Internet of everything: alles draait om interoperabiliteit

Internet of everything: alles draait om interoperabiliteit

Internet of Everything

Alles draait om interoperabiliteit

Interoperabiliteit heeft niets met opera of operette te maken. Het is ook niet de naam van een nieuw ontdekte aandoening. In de kern betekent dit woord de mate waarmee producten via software met elkaar kunnen communiceren. Het is een belangrijk begrip én onderwerp wanneer we spreken over het internet der dingen, oftewel: ‘the internet of things’.
Er zijn verschillende vormen van interoperabiliteit. In dit artikel spitsen we het toe op techniek. Laat u zich niet afschrikken, het blijft leesbaar óók voor de niet techneut. Om het onderwerp goed te begrijpen, neem ik u eerst mee in een klein beetje techniek. Vervolgens maak ik de vertaalslag naar functionaliteit, waarmee het onderwerp al een stuk dichterbij u komt. Tot slot geef ik u een paar voorbeelden.
interoperabiliteit_3Interoperabiliteit, techniek in begrijpelijke taal
Wanneer er een functionerend netwerk van verschillende producten en systemen gewenst is, dan is interoperabiliteit een vereiste om dit tot stand te brengen. Je spreekt ook pas over technische interoperabiliteit, wanneer apparaten en (deel)systemen aan een aantal voorwaarden voldoen. Ten eerste moeten zij onderling kunnen communiceren en samenwerken. Vervolgens mag er geen verlies van functionaliteit of prestaties optreden bij vervanging van één of meer van de apparaten of (deel)systemen. En nu komt het: óók niet als de vervangende apparaten of (deel)systemen afkomstig zijn van andere leveranciers of ontworpen en gebouwd zijn op basis van andere principes. Interoperabiliteit gaat dus verder dan technische uitwisselbaarheid. Om dit voor elkaar te krijgen zijn standaarden, protocollen en procedures nodig. In praktische zin draait het hier vaak om open interfaces, technische communicatie en data-integratie. Een laatste voorwaarde is, wanneer het gaat om een fysiek product of apparaat, dat de gebruiker geen speciale moeite hoeft te doen in het verbinden met een ander apparaat of systeem.
Met het voorgaande is de relatie naar het internet of things snel te maken. Steeds meer producten hebben slimme micro-communicatietechnologie. De toepassing overstijgt de in de installatiebranche overbekende producten. Denk bijvoorbeeld ook aan producten als kleding, meubilair, sieraden of vervoersmiddelen. In het onderling verbinden (of connecteren) en integreren van deze technologieën wil de gebruiker niet – zonder dat hij of zij daarvoor bewust gekozen heeft – gehinderd worden door merkafhankelijkheid.
Merkonafhankelijkheid wordt doorslaggevend in domotica
In de installatiebranche worden de vergaande technische integraties ook wel domotica genoemd. Centraal bij domotica staat het integraal laten samenwerken van verschillende technologieën om zo meer functionaliteiten te creëren. Aangevuld met allerlei diensten. Met welk doel vraagt u zich misschien af? Dat hangt af van de omgeving waar de toepassing plaatsvindt. In woningen bijvoorbeeld tot verhoging van het wooncomfort en een vriendelijker energierekening door meer grip op het energieverbruik. In een school- of kantooromgeving tot een beter gebouwbeheer of -exploitatie. En in een zorgomgeving om te voorzien in zelfredzaamheid en verbetering van welzijn of voorzieningen om het blijvend thuiswonen mogelijk te maken. En ter ondersteuning van de zorgprofessionals.
interoperabiliteitMet de toename van allerlei technieken neemt ook de complexiteit van dit samenspel toe. De roep om vrije connectiviteit klinkt steeds sterker. Op andere terreinen zijn de eerste voortekenen om aan deze roep gehoor te geven al zichtbaar. Een voorbeeld waarbij er gekozen is voor één duidelijke interoperabele oplossing is voor de energievoorziening van apparaten tot maximaal 100 watt (smartphone/tablet, tafellamp, beeldscherm etc.) én zonodig eventuele data-uitwisseling tussen apparatuur. Hier heeft Europa besloten dat USB-c de universele standaard gaat zijn. Denkt u eens in: geen kabeltjesgedoe meer bij het laden van smartphones van verschillende merken. Accessoires die merkonafhankelijk, moeiteloos onderling uit te wisselen zijn.
De utopie van één standaard
In de discussie over standaarden en merkonafhankelijkheid werd de oplossing jarenlang gezocht in het hebben van die ene ultieme ‘open standaard’. Duimdikke rapporten zijn hierover geschreven en vele woorden over gezegd. En nog steeds is deze ‘standaard’ er niet. Die komt er ook niet, om reden van de economische marktbelangen en -werking. Ik pleit er dan ook voor om deze discussie te stoppen en het te gaan hebben over de mate van interoperabiliteit. Een transparante vorm van connectiviteit waarmee via verschillende standaarden, protocollen en procedures product A zowel kan communiceren met systeem of product B als met systeem of product C tot en met Z. De aanbodzijde (fabrikanten) moet deze open connectiviteit mogelijk maken. Vanuit de vraagzijde (markt, installateurs, system integrator) moet de roep naar merkonafhankelijke technologie krachtiger worden. En de overheid doet er goed aan om in haar subsidiebeleid op technologische innovaties hieraan significant méér aandacht te geven. Vendor-lock-oplossingen (technologisch gesloten systemen of producten) zijn achterhaald en passen niet in een wereld, waarin via internet alles met alles wordt verbonden. Interoperabiliteit, of open connectiviteit, bevorderd technologische innovatie. Gaat zo daadwerkelijk een bijdrage leveren aan bijvoorbeeld complexe maatschappelijke vraagstukken. U weet wel, die vragen waarbij in het antwoord een onmiskenbare rol voor technologie is weggelegd.

De interoperabiliteit van de Euro
Met een euromunt reken je af bij de kassa, hij past in betaalautomaten en zelfs in een boodschappenkarretje. Niet alleen in Nederland, maar bijna in heel Europa. Het zou mooi zijn als bij domotica of in bredere technologie ook één norm bestaat. Systemen en producten zijn wel ontwikkeld volgen bepaalde standaards. Maar ze begrijpen elkaar niet, omdat er zoveel verschillende standaards zijn . Voor wie dit nog weet: het is vergelijkbaar met de verschillende muntenstelsels die we hadden vóór de invoering van de Euro. De uitdaging ligt in het gegeven dat er wel duizenden verschillende technologiestandaards bestaan. Hoe krijgen we het ooit voor elkaar dat ál die systemen elkaar begrijpen, met elkaar communiceren en samenwerken? Natuurlijk is dit niet zozeer een technisch probleem. Het heikele punt ligt veel meer op het vlak van commerciële – en marktbelangen.

Interoperabiliteit gaat over ‘internet of everything’
Techniek is onlosmakelijk verbonden met ons dagelijks leven: audio, video, communicatie, energiebesparing, beveiliging, tablets en smartphones, smart bands of smart watches, allerlei sensortechnologieën, ledverlichting etc. Het is ons zesde zintuig geworden. Veel van die technieken staan al niet meer op zichzelf en werken met elkaar samen. Zo geeft een alarminstallatie een bericht op je smartphone, eventueel aangevuld met beeld. Bedien je tussen de bedrijven door via jouw slimme thermostaat ook even de verlichting of zonwering. Of opent en sluit je auto automatisch de garagedeur.
In het licht van de vier grote wereldwijde technologische ontwikkelingen is één ding zeker. Alles gaat met alles praten. Dit geeft onnoemelijke hoeveelheden data. Data die via slimme algoritmes automatisch vertaald worden naar informatie. Informatie die wij nodig hebben om ons inzicht en kennis op onderwerpen te verbreden. In deze kantelingen draait het straks niet meer om producten of systemen. Het gaat om de mate waarmee deze met elkaar verbonden zijn en hoe zij onderlinge gegevens uitwisselen. Met als doel de kwaliteit van het leven en leefplezier van u en mij te verhogen.
(artikel InstallateursZaken – maart 2016)

Over de schrijver
Ik ben een ondernemende en creatieve verbinder. Mijn energie en kracht liggen in het inspireren, motiveren en organiseren van mensen en ideeën. In het onderwijs, de zorgsector en het technisch bedrijf. Ik neem mensen graag mee in mijn visie op ontwikkelingen in de technologie. En dat vanuit het oogpunt innovatie, business development of marketing. Ook werk ik graag aan resultaatgerichte antwoorden op vragen, behoeften of (markt- / organisatie)ontwikkelingen. Hierin maak ik gebruik van LEGO® SERIOUS PLAY® methode. Tot slot: ik ben geen techneut, maar wel iemand die de techno-taal verstaat.
Reactie plaatsen