15 december 2014 
2 min. leestijd

Quantified self: vier gedachtenspinsels

Quantified self: vier gedachtenspinsels

Quantified selfDe aandacht op onze gezondheid en een verzorgd lichaam neemt hard toe. Naast ongelofelijk veel cosmetica en medische mogelijkheden neemt ook de technologie op dit gebied hand over hand toe. Slimme horloges, sensoren in je kleding, schoenen of op je huid. Wearables die het lichamelijk gestel en je gemoedstoestand wanneer je wilt 24/7 in de gaten houdt.
Quantified self staat voor het gekwantificeerde zelf
Wikipedia zegt het volgende over quantified self: “Het is een beweging om technologie te laten integreren op aspecten van het dagelijks leven in termen van inputs. Zo kunnen deze inputs gedreven worden door gemoedstoestanden (stemmingen) of prestaties (geestelijke en lichamelijke). Dergelijke zelfcontrole, die draagbare sensoren en computers combineert, is ook wel bekend als lifelogging of sousveillance.” ‘t Leest best heftig.
In essentie is het gemeenschappelijke doel van soft- en hardware gericht op zelfcontrole het informeren en verbeteren van ons dagelijks functioneren. Gebruikers krijgen met hi-tech wearables continu informatie over zichzelf en -wanneer de informatie toegankelijk is – deze ook richting de medische wereld of hulpverlening gaat. Voor deze laatste categorie is er met de toename van wearables een efficiencyslag te maken. Best handig bij de alsmaar stijgende zorgkosten.
Quantified self laat ons nadenken over privacy
Het klinkt natuurlijk allemaal prachtig deze technologische ontwikkelingen. Naast de hardware wordt er ook veel software ontwikkeld. Niet altijd is even duidelijk door wie en waarom. Veelal wordt er gebruik gemaakt van de “cloud”. Ergens is een serverplek op de wereld waarin jouw data – vanzelfsprekend – superbeveiligd opgeslagen is. Data die gecombineerd meer over jezelf zegt dan dat jij veelal overziet. Wanneer we spreken over de quantified self, dan spreken we direct over privacy van gegevens. Recent onderzoek laat zien dat de veiligheid van deze gegevens niet altijd optimaal is. Maar ook dat de geautomatiseerde adviezen of informatie in veel gevallen discutabel zijn.
Quantified self gaat over data
Hebben we hier te maken met ‘kraaltjes en spiegeltjes 3.0’? Ik denk het wel. In vroeger tijden werden deze gebruikt om veel waardenvollere zaken te ontvangen. In essentie gebeurt dit nu ook. Wij krijgen (of kopen) mooie gadgets en software (app’s) en in ruil daarvoor staan we meer of minder data af. Nu is de data van het individu niet echt boeiend. Daarentegen de data van enkele duizenden wel. Daar zijn profielen uit te halen. En wanneer je deze “terugslaat” over de gebruikers heb je de troef in handen. Dan gaat de houder van alle data met de juiste profiling in zekere zin voorspellend worden. Dat lijkt mij verontrustend.
Quantified self laat een nieuwe markt ontstaan
De impact op de zorg én technische markten gaat groot zijn. Partijen die hierin de keten van producten, dienstenplatformen en software in handen hebben, gaan het verschil maken. Zoals de smartphone en tablet de domoticamarkt in stroomversnelling bracht, gaat quantified self een ander licht geven op langer thuis wonen, zelfredzaamheid, (thuis)zorg, participatiesamenleving, comfort en veiligheid.Nieuwe samenwerkingvormen, proposities en systeemoplossingen gaan ontstaan.
Ik ben benieuwd welke rol de installateur of technisch dienstverlener hierin gaat nemen.

Over de schrijver
Ik ben een ondernemende en creatieve verbinder. Mijn energie en kracht liggen in het inspireren, motiveren en organiseren van mensen en ideeën. In het onderwijs, de zorgsector en het technisch bedrijf. Ik neem mensen graag mee in mijn visie op ontwikkelingen in de technologie. En dat vanuit het oogpunt innovatie, business development of marketing. Ook werk ik graag aan resultaatgerichte antwoorden op vragen, behoeften of (markt- / organisatie)ontwikkelingen. Hierin maak ik gebruik van LEGO® SERIOUS PLAY® methode. Tot slot: ik ben geen techneut, maar wel iemand die de techno-taal verstaat.
Reactie plaatsen